Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In onderstaande tabel zijn de risico’s op 31 december 2024 gekwantificeerd, waarbij door een inschatting van de kans dat de gebeurtenis zou kunnen optreden, het risicoprofiel ontstaat.

Omschrijving

Maximale omvang

Kans
(in procent)

Gemiddelde omvang

Risicoprofiel

Gemeentefonds

Uitkeringen Gemeentefonds

6.000

70

3.000

2.100

Grondexploitaties

Grondexploitatie

4.615

Risk-mapping

4.615

4.615

Open-einde regelingen

Wmo

1.700

70

850

595

Jeugdhulp

2.500

70

1.250

875

Bijstandsuitkeringen (BUIG)

3.000

30

1.500

450

Specifieke uitkeringen (niet BUIG)

1.000

30

500

150

Overige

Risico cyberaanvallen

9.900

10

4.950

495

Garantiestellingen

3.800

1

1.900

19

Bodemsaneringen

1.500

10

750

75

Dividend

2.480

10

1.240

124

Bouwleges

1.000

70

500

350

Rente

600

30

300

90

Stikstofproblematiek

PM

Ontwikkelingen in de arbeidsmarkt

PM

Onderwijshuisvesting

Totaal

9.938

Bedragen x € 1.000

Hieronder wordt nader op de risico’s ingegaan.

Gemeentefonds

Uitkeringen Gemeentefonds

De gemeente loopt het risico dat de inkomsten uit het Gemeentefonds lager uitvallen door onverwachtse aanpassingen op Rijksniveau. De inkomsten kunnen tegenvallen door:
1. Ontwikkeling van het accres gemeentefonds
2. Onvoldoende prijscompensatie voor loon- en prijsstijging
3. Een lagere onderbesteding of overbesteding van het btw-compensatiefonds met als gevolg een lagere algemene uitkering uit het Gemeentefonds
4. Rijksingrijpen

Beheersmaatregelen:

De VNG treedt namens haar leden op bij de monitoring van het Rijksbeleid en het maken van afspraken over de financiering van haar leden. Hierbij is de portefeuillehouder financiën nauw bij betrokken, onder meer als vertegenwoordiger van de M50; het netwerk van middelgrote gemeenten binnen de VNG.

Toelichting:

• Het risico op negatieve nationale en internationale macro-economische ontwikkelingen hebben een grote invloed op de economische groei van Nederland en daarmee op de omvang van het gemeentefonds. De macro-economische omstandigheden worden momenteel ingeschat als volatiel en daarmee als een hoog risico.
• De mate waarin het kabinet onverwachts besluit beleidswijzigingen door te voeren heeft een directe invloed op de omvang van het gemeentefonds én specifieke uitkeringen. De gemeente kan niet altijd direct op de wijzigingen inspelen. Het risico hierop wordt momenteel hoog ingeschat.
• Hoge en sterk fluctuerende inflatie heeft een grote invloed op de wijze waarop het kabinet omgaat met de compensatie hiervan. Het risico hiervan wordt momenteel hoog ingeschat.
• Er wordt door gemeenten een steeds hoger beroep gedaan op het BTW compensatiefonds. De extra uitkering als gevolg van onderbenutting van dit fonds die de gemeente ontvangt (circa € 2,7 miljoen) kan als gevolg van deze trend stopgezet worden. Dit risico wordt gemiddeld ingeschat.

Grondexploitaties

Grondexploitatie

Er is een risico dat bepaalde type woningen niet aansluiten op de vraag van de markt, wat leidt tot vertragingen en ervoor zorgt dat het programma niet voldoet aan het beeldkwaliteitsplan.

Beheersmaatregelen:

De verwachte resultaten van een grondexploitatie zijn opgebouwd op basis van veel veronderstellingen. Deze veronderstellingen, én de bijbehorende berekeningen worden ieder jaar getoetst door een externe partij. De nieuwe verwachte resultaten worden opgenomen in de jaarrekening en dientengevolge ook getoetst door de accountant. Indien zich tussentijds grote financiële wijzigingen voordoen, wordt hierover aan de raad gerapporteerd.

Toelichting:

De renteontwikkeling heeft een grote invloed op de verwachte financiële uitkomsten van een grondexploitatie. De rente is de laatste 3 jaar aan het stijgen, terwijl de huidige grondexploitaties op de lage rentes zijn gebaseerd. De gemeente heeft een behoudend financieel beleid waarbij verwachte verliezen snel worden genomen en verwachte meevallers pas als deze gerealiseerd zijn. Dit betekent dat de gemeente de rentewijzigingen van de afgelopen jaren geleidelijk heeft geabsorbeerd. Het risico op verder rentestijgingen neemt echter niet af. Voor de toekomst wordt het risico daarom als gemiddeld ingeschat.

Open-einde regelingen

Wmo

De Wmo is een open einde-regeling en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget niet toereikend is.

Beheersmaatregelen:

Bij het toekennen van voorzieningen wordt nadrukkelijk gekeken naar wat de inwoners nog zelf kunnen. Door dit maatwerk worden kosten beperkt. De vraag naar zorg uit de Wmo wordt verder voortdurend gemonitord en de budgetten worden periodiek bijgesteld aan de hand van actuele prognoses.

Toelichting:

De omvang van het risico op overschrijding van het Wmo-budget wordt geschat op 10% van het Wmo-budget (Begeleiding, Dagbesteding, Beschermd Wonen, Huishoudelijke ondersteuning, Hulpmiddelen, Collectief vervoer en Woonvoorzieningen).

Jeugdhulp

Jeugdhulp is een open-einde regeling. Bovendien kunnen enkele nieuwe en kostbare individuele jeugdzorgtrajecten een groot effect hebben op de totale uitgaven. Jaarlijks wordt de begroting van de jeugdzorguitgaven geactualiseerd aan de laatste trendmatige ontwikkeling. Het risico bestaat dat deze ontwikkeling van de jeugdzorguitgaven te laag is ingeschat.

Beheersmaatregelen:

Regionaal en lokaal zijn beheersmaatregelen getroffen om de groei van de jeugdzorg uitgaven te reduceren. Daarnaast wordt op lokaal niveau de zorgvraag kritisch beoordeeld en vindt meer sturing op de aanbieders plaats. Met het actieplan Jeugd wordt zowel geprobeerd de zorg toegankelijk te houden voor degenen die dit het hardst nodig hebben, alsook de totale kosten te beperken.

Toelichting:

De jeugdzorg uitgaven zijn sinds de decentralisatie in 2015 jaarlijks fors gestegen. De kostenstijging wordt veroorzaakt door een sterke stijging van de gemiddelde zorgkosten per jeugdige en in mindere mate veroorzaakt door een stijging van het aantal jeugdigen in zorg. Het effect van het actieplan Jeugd is nog onzeker.
De maximale omvang van het risico wordt geschat op 10% van de begrote jeugdzorg uitgaven van € 25 miljoen. De kans dat dit risico zich voordoet wordt hoog geschat, namelijk op 70%.

Bijstandsuitkeringen (BUIG)

In 2022 heeft het Rijk het macrobudget van de BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) naar beneden bijgesteld. Sinds dat moment heeft de gemeente Leidschendam-Voorburg een negatief verschil tussen de verstrekte uitkeringen en de ontvangst van het Rijk (tekort BUIG). De parameters zijn in 2024 voor de gemeente gunstig aangepast, maar er is nog steeds sprake van een structureel tekort.

Beheersmaatregelen:

De gemeente heeft maar beperkt invloed op het aantal uitkeringsgerechtigden, maar er wordt geprobeerd de uitstroom te bevorderen door het inzetten van sollicitatietrainingen, scholing en re-integratietrajecten. Tevens wordt de LKS (Loonkostensubsidie) ingezet om zo werkgevers enthousiast te maken voor het inzetten van bijstandsgerechtigden.

Toelichting:

De maximale omvang van het risico is bepaald op 10% van het BUIG-budget van 2024. De kans dat dit risico optreedt wordt als gemiddeld ingeschat, namelijk 30%.

Specifieke uitkeringen (niet BUIG)

Bij een specifieke uitkering bestaat het risico dat de definitief toegekende subsidie lager uitpakt dan de voorlopige subsidie en/of dat de werkelijke gemaakte kosten de begrote lasten overschrijden vanwege het open einde-karakter van de regeling.

Beheersmaatregelen:

De ontwikkelingen op de diverse regelingen wordt vanuit beleid en de periodieke budgetbewaking in het kader van de P&C-cyclus voortdurend gemonitord. Indien nodig wordt via de tussentijdse rapportages de gemeenteraad verzocht de begroting aan te passen.

Toelichting:

De gemeente ontvangt voor de uitvoering van een aantal specifieke taken, specifieke uitkeringen van de Rijksoverheid of mede-overheden. Sommige van deze specifieke uitkeringen kennen een min of meer structureel karakter.
Daarnaast zijn er de afgelopen jaren veel nieuwe taken bij gemeenten belegd welke worden gefinancierd door middel van specifieke uitkeringen met elk hun eigen regels over verantwoording. In het hoofdlijnen akkoord (mei 2024) heeft het kabinet aangegeven het aantal specifieke uitkeringen te willen verminderen, hierdoor zou de algemene uitkering gekort kunnen worden met 10%.

De financiële omvang van het risico is bepaald op circa 10% van de definitieve beschikkingen 2024. De kans dat dit risico optreedt wordt als gemiddeld ingeschat, namelijk 30%.

Overige

Risico cyberaanvallen

Er is een waarschijnlijk risico op cyberaanvallen die kunnen leiden tot een hack, met als mogelijk gevolg een verstoring van de gemeentelijke dienstverlening of het verlies van persoonsgegevens. Het dreigingsbeeld in 2023 van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) onderschrijft de toename door het verhogen van de dreiging van “mogelijk” naar “waarschijnlijk” vanwege het aanhoudend conflict in Oekraïne (en de steun van Nederland aan Oekraïne), het professioneler worden van cybercriminelen en de toenemende hoeveelheid en afhankelijkheid van software en systemen. De dreiging is onverminderd in 2024 en zal ook voor 2025 niet zijn afgenomen.

Beheersmaatregelen:

In 2021-2023 is het Uitvoeringsplan Informatiemanagement, -beveiliging en ICT uitgevoerd. Vanaf 2024 wordt er intensief ingezet op de versterking van onze digitale weerbaarheid als gevolg van de Europese NIS2-richtlijn en de aanstaande Nederlandse Cyberbeveiligingswet. De Cyberbeveiligingswet heeft de gemeente als essentiële entiteit verklaard en hierdoor moet de gemeente voldoen aan verregaande eisen op het gebied van informatiebeveiliging in de organisatie, het systeem en de infrastructuur, om zo ook de risico’s op cyberaanvallen te verminderen.  

Toelichting:

Voor 2024 en 2025 zijn nog geen dreigingsbeelden gepubliceerd, echter zal de dreiging voor die jaren onverminderd zijn. De maximale omvang van het risico is gebaseerd op voorbeelden die zich bij andere gemeenten hebben voorgedaan. De gevolgen van een succesvolle aanval worden – op basis van ervaringen bij andere publieke organisaties – als zeer omvangrijk ingeschat. Uit testen blijkt dat de beveiliging hiertegen relatief goed op orde is, en daarom wordt het risico als laag ingeschat, namelijk 10%.

Garantiestellingen

Het financiële risico dat de gemeente loopt als een garantienemer niet aan zijn of haar betalingsverplichtingen kan voldoen en de geldverstrekker een beroep doet op de door de gemeente afgegeven garantie. Met het vaststellen van het Treasury-statuut in de Raadsvergadering in januari 2020, is besloten tot een verruiming van het gemeentelijk garantiebeleid. Een actiever garantiebeleid vergt ook een actievere sturing op de risico’s van afgegeven garanties.

Beheersmaatregelen:

Bij de afgifte van garanties door de gemeente wordt er gekeken naar de kredietwaardigheid van de partijen. Daarnaast wordt jaarlijks bijgehouden of de garantienemer zijn leningen aflost en welk deel van de garantie dan nog open staat.

Toelichting:

Tot op heden zijn er geen signalen binnengekomen dat partijen niet aan hun betalingsverplichtingen konden voldoen en is er nooit door geldverstrekkers aanspraak gemaakt op eerder afgegeven garanties. De kans dat het risico zich zal voordoen wordt om die reden als zeer laag (1% van de balanswaarde) ingeschat. De maximale omvang van alle nog openstaande bankgaranties aan instellingen en particulieren bedraagt ultimo 2024 € 3,8 miljoen.

Bodemsaneringen

Er zijn verschillende locaties binnen de gemeente waarvan bekend is dat de bodem verontreinigd is, maar waarvan nog niet duidelijk is of en zo ja wanneer de bodemverontreiniging gesaneerd moet worden. Ook speelt hierbij een rol of de kosten verhaald kunnen worden op de veroorzaker of (voormalige) eigenaar van de vervuilde locatie. Het beheer alsmede de risico’s van de nazorglocatie aan de Nieuwstraat, ligt sinds 2022 bij de provincie en niet meer bij de gemeente. Onverwachte zaken in de bodem, zoals begin 2022 het dumpen van drugsafval in het recreatiegebied Vlietland waarbij de bodem werd verontreinigd, komen vooralsnog maar sporadisch voor. Recent heeft de GGD, op advies van het RIVM, advies gegeven over hoe om te gaan met verhoogde gehalten aan lood in grond om gezondheidsrisico voor kleine kinderen te voorkomen.

Beheersmaatregelen:

Om eventuele risico's te beperken worden door de gemeente bodemonderzoeken uitgevoerd bij aankoop van gronden. Eventuele financiële effecten worden meegenomen in de bepaling van de grondprijs. Om risico’s en onzekerheden inzake de ondergrond (bodem) te verkleinen, worden de komende jaren diverse kaarten gemaakt om voor iedereen (intern en extern) inzichtelijk te maken wat de risico's inzake de bodem zijn. Niet alleen bodemverontreiniging is van belang maar ook Warmte Koude Opslag (WKO), geothermische omstandigheden, draagkracht van de bodem, bodemdaling/verzakkingen, archeologie, enzovoort. De gemeente is bronhouder voor het correct aanleveren van geologische grondboringen, grondwatermeetnet en WKO-installaties aan Basis Registratie Ondergrond (BRO). Jaarlijks legt de gemeente via de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) verantwoording af aan het rijk.

Toelichting:

De verschillende financiële risico’s over bodemsanering bedragen, na beoordeling van eerdere inschatting, € 1,5 miljoen.

Dividend

Jaarlijks ontvangen de aandeelhouders van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en Stedin over de gemaakte winst een dividenduitkering. De resultaten van de BNG en Stedin zijn onderhevig aan exogene factoren. Dit kan ertoe leiden dat resultaten en de daarmee samenhangende dividenduitkeringen tegenvallen.

Beheersmaatregelen:

Gedurende de Planning & Control-cyclus worden de ontwikkelingen op dit risico nauwlettend gemonitord en zal de begroting indien nodig worden bijgesteld. Daarnaast worden de raden van de betreffende gemeenten actief betrokken bij de discussie rondom investeringen in het netwerk om de energietransitie mogelijk te maken.

Toelichting:

De kans bestaat dat in enig jaar het dividend tegenvalt door tegenvallende resultaten van de betreffende onderneming. De maximale omvang van het risico van de BNG en Stedin is gelijk aan het verwachte dividend van € 2.480.000 in 2025. Doordat de partijen betrouwbaar prognosticeren, wordt het risico als laag ingeschat, namelijk 10%.

Bouwleges

De inkomsten van de bouwleges worden jaarlijks geraamd op basis van de bouwaanvragen die dan bekend zijn en worden verwacht. Aanvragen worden in de praktijk regelmatig uitgesteld of gaan soms niet door. Ook worden nieuwe aanvragen ingediend waarmee geen rekening is gehouden. Dit maakt de inkomsten voor de bouwleges onvoorspelbaar, waardoor een vertraging bij grote bouwaanvragen een significant effect heeft op de geraamde inkomsten.

Beheersmaatregelen:

Periodiek wordt een inschatting gemaakt van de te verwachten bouwaanvragen (projecten). In de tussentijdse rapportages worden mutaties naar aanleiding van deze analyses verwerkt.

Toelichting:

De maximale omvang van het risico is gebaseerd op basis van het begrootte bedrag aan inkomsten in 2024. Bouwaanvragen kunnen mogelijk worden uitgesteld of niet doorgaan; vooraf is dit lastig planbaar. De maximale omvang van het risico in 2024 is op € 1.000.000 geschat.

Rente

Het renterisico betreft het risico dat de gemeente loopt bij onvoorzien hoge rentestijgingen bij (nieuw) aan te trekken geldleningen.

Beheersmaatregelen:

In 2024 zijn er geen nieuwe leningen aangetrokken. De kans dat de marktrente op korte termijn fors zal stijgen is nog steeds onwaarschijnlijk, maar ook, gezien de omstandigheden, niet geheel uit te sluiten

Toelichting:

In 2024 zijn er geen nieuwe leningen aangetrokken. Mogelijk is dat medio 2025 wel noodzakelijk. Na een periode van rentedalingen, mede ingegeven door de recente renteverlagingen van de ECB, is er de afgelopen periode plots sprake van stijgende rentetarieven. Er is onzekerheid over hoe de rente zich verder zal ontwikkelen. Op dit moment is het lastig in te schatten of de recente stijging doorzet of dat dit slechts een tijdelijke schok in de markt is, waarna de rente weer lagere niveaus zal innemen, zoals eerder was voorzien. Indien de huidige leningenportefeuille geherfinancierd moet worden tegen een rente die 1% hoger uitvalt, dan is het effect circa € 600.000 op jaarbasis. De kans dat de marktrente op korte termijn verder fors zal stijgen is nog steeds onwaarschijnlijk, maar ook, gezien de omstandigheden, niet uit te sluiten.

Stikstofproblematiek

Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) vormde de basis om toestemming te verlenen voor bouwplannen en andere ruimtelijke ontwikkelingen die zorgen voor het neerslaan van stikstof in beschermde natuurgebieden. Het PAS bood op voorhand ruimte voor nieuwe ontwikkelingen door vooruit te lopen op de verwachte positieve effecten van toekomstige maatregelen, die de nadelige gevolgen van het neerslaan van stikstof in natuurgebieden zouden moeten verminderen. De Raad van State heeft dit programma echter geblokkeerd. Het PAS als basis voor het verlenen van toestemming voor stikstofdepositie veroorzakende activiteiten, is daarmee weggevallen.

Beheersmaatregelen:

Gedurende de P&C-cyclus worden de ontwikkelingen op dit risico nauwlettend gemonitord en worden zo nodig maatregelen genomen om het risico te beperken of zo veel als mogelijk uit te sluiten.

Toelichting:

De eerder gesignaleerde trend, dat de ruimte voor nieuwe ontwikkelingen steeds verder wordt ingeperkt totdat meer structurele oplossingen worden gevonden voor het beperken van de stikstofdepositie op beschermde natuurgebieden, zet zich verder door.
Het in 2024 nieuw aangetreden kabinet worstelt met de stikstofproblematiek. Enerzijds suggereren het hoofdlijnen- en regeerakkoord tussen de coalitiepartijen PVV, VVD, BBB en NSC dat er ruimte moet zijn voor ontwikkelingen en ingrepen, die een negatief effect kunnen hebben op de tot nu toe ingezette koers om tot reductie van de stikstofdepositie op kwetsbare natuur te komen. Anderzijds lijkt de door het kabinet gewenste lijn juist op dit punt op gespannen voet te staan met nationale en Europese wetgeving en rechtspraak

Met name voor relatief omvangrijke projecten (zoals bijvoorbeeld De Star of Overgoo) blijft ook nu het dringende advies tijdig een AERIUS-berekening van de gebruik- én bouwfase te laten uitvoeren en de mogelijkheden voor emissiereductie in zowel de bouw- als de gebruiksfase te verkennen. Alleen zo kunnen de mogelijke risico’s actief en tijdig gemonitord worden en kan waar nodig worden bijgestuurd.

De maximale omvang van dit risico is momenteel moeilijk te kwantificeren. Daarnaast is de kans klein dat dit risico zich voordoet.

Ontwikkelingen in de arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt is gespannen. Dat betekent dat het steeds moeilijker wordt om goed gekwalificeerd personeel te vinden en dat de arbeidsmarkt in toenemende mate ook aan gemeentelijk personeel trekt. Dit zorgt o.a. voor verloop dus verlies aan kennis en lagere flexibiliteit. Daarnaast kan dit leiden tot vertragingen in projecten of productie. Naar verwachting stijgen de kosten van werving de komende tijd, net als de doorlooptijd van wervingsacties.

Beheersmaatregelen:

Extra inspanningen zijn ingezet om het imago van Leidschendam-Voorburg als werkgever te verbeteren en meer geschikte kandidaten te motiveren om bij Leidschendam-Voorburg te solliciteren. Extra aandacht gaat ook uit naar het beter intern managen van talent en bieden van ontwikkelkansen aan medewerkers om hen langer te behouden. Dit vergt mogelijk ook extra tijd en geld.

Toelichting:

Het aantrekken en behouden van geschikte kandidaten kan zorgen voor hogere incidentele wervingskosten of voor hogere inhuurkosten.

Onderwijshuisvesting

Onderwijsprojecten zijn de afgelopen jaren steeds complexer geworden; dit zijn langlopende projecten waarbij de nodige risico’s de kop op kunnen steken die kunnen leiden tot vertraging van het proces.

Beheersmaatregelen:

- Opstellen uitvoerbaar Integraal Huisvestingsplan (IHP)
- Actualiseren projectenplanning op basis van prioritering (inclusief bewegingsonderwijs en kinderopvang)
- Opstellen Investeringsoverzicht op basis van marktconforme kosten
- Opnemen van toeslagen voor aanvullende eisen en ambities
- Opnemen van een post voor onvoorziene plangerelateerde kosten
- Opnemen van een post voor eenmalige kosten
- Maken van afspraken met de schoolbesturen over de invulling van het bouwheerschap (door de gemeente)
- Huisvestingsopgave definiëren door het opstellen van een businesscase (ruimtelijk en financieel)
- Financiering van aanvullende functies vooraf meenemen ter besluitvorming

Toelichting:

Er wordt gewerkt aan het opstellen van een nieuw gecombineerd Integraal Huisvestingsplan (IHP) voor zowel het primair- als voortgezet onderwijs (vaststelling naar verwachting in het derde kwartaal van 2025). Het IHP heeft een scope van 16 jaar, waarbij voor de eerste vier jaar een uitvoeringsplan wordt gemaakt en een doorkijk wordt geschetst voor de volgende 12 jaar.

Deze pagina is gebouwd op 06/06/2025 13:20:32 met de export van 06/06/2025 13:11:53